Home

Onderstaand nieuwsoverzicht wordt niet meer bijgewerkt


Juli 2019: Dankzij de oplettendheid van de beheerder van de Heiberrggroeve bleek dat er ingebroken was door het wegzagen van een spijl uit het toegangshek. Dankzij de spoedinzet van onze technische dienst is de spijl weer op zijn plaats gelast.

Hier nog een kort fotoverslag


September 2018: Bij de implementatie van ons nieuwe slotensysteem bleek dat deze niet goed paste op de poort van onze groeve "De Keel".

De beheerder heeft dan ook de hulp van onze Technische Dienst ingeroepen, welke op een zondagmorgen ter plaatse gingen om dit aan te pakken. Na flink wat slijp en laswerk is het slot nu zodanig aangepast dat ook hier ons nieuwe systeem op past.

Wij danken de vrijwilligers van onze Technische Dienst dan ook weer voor hun inzet. 
Hier nog een kort fotoverslag


April 2018: Inmiddels is het achteringang van de Scharnderberg door het Maastrichts Grondbedrijf in orde gemaakt. De laatste details, waaronder verlichting worden nog aangesloten cq aangelegd.


 December 2017: Onze nieuwsbrief Steunpilaar 26 is uitgekomen.


December 2017: Op de laatste SOK avond is Ton Breuls, een van onze groeve beheerders geëerd door het NHGL met de Rector Cremers Penning. Ton ontvangt deze erkenning vanwege al jarenlange tomeloze en belangeloze inzet voor het behoud en onderhoud van het ondergrondse in Limburg en omgeving. Wij feliciteren Ton dan ook met dit ereteken!


December 2017: Na overleg tussen de vanschaikstichting en Stichting Onmoeting der Volkeren is er door de de laatst genoemde stichting opdracht gegeven om de achteringang van de Scharnderberg fatsoendelijk af te sluiten. Het Maastrichts Grondbedrjf zal in opdracht van de vanschaikstichting deze werkzaamheden gaan uitvoeren. De planning wordt nu gemaakt en er zal een fotoverslag komen.


Augustus 2017: De wand bij Eys is hersteld door het Maastrichts Grondbedrijf. Dit met subsidie van de Gemeente Gulpen-Wittem.

Volg deze link voor een kort verslag


Juli 2017: Na aanleiding van de brand in de groeve bij Kanne vroeg ook "De Limburger"om achtergrond informatie. Onderstaand de link:

Artikel in "De Limburger" met achtergrondinformatie aangaande brand in de groeve bij Kanne


Juli 2017: Na aanleiding van de brand in de groeve bij Kanne vroeg de NOS op 3 om achtergrond informatie. Onderstaand de link naar het filmpje en site

Meer informatie op de site van NOS op3 en een filmpje (In Groeve de Keel)


Juli 2017: Na aanleiding van de brand in de groeve bij Kanne vroeg de Volkskrant om kommentaar. Onderstaand de link:

Artikel in "De Volkskrant" na aanleiding van de brand in de groeve bij Kanne.


- Bij Eys was er sprake van een gevaarlijke situatie door loszittende stenen bij de ingang. Na overleg besloot de gemeente Gulpen-Wittem om de kosten voor herstel te vergoeden. Hier zijn wij zeer blij mee! Het verdere herstel zal de stichting coördineren.

 Artikel in "De Limburger" na aanleiding van ons subsidieverzoek voor herstel van de ingang van de schuilkelder bij Eys.


- De heruitgave ons ons nieuwsblad "De Steunpilaar"

De 25e Steunpilaar is uitgekomen, Ons bescheiden nieuwsmagazine met allemaal groeveweetjes.

Zaterdag 22 april is er weer een werkdag georganiseerd bij de Gewandgroeven. Dit zijn 2 groevetjes, die onder beheer van Marc Dresens vallen. Het werk bestond voornamelijk uit het snoeien van het groen en opruimen van de ingangen. Bijgaand een korte foto impressie van deze geslaagde werkdag.

     De groevetjes liggen wat verstopt, dus motortransport was wel makkelijk.


                                                   
 Eenmaal op locatie was het uitladen voor de wandeling naar de Gewandgroeven.

 

                                                                                                       
Het was nog een hele afdaling.

 

                                                  
            Eenmaal ter plekke werd bekeken hoe we het gaan aanpakken. 


                                    
     Na een paar uur doorwerken, is er weer iets van een groeve zichtbaar.

                                                                                                                                                                                            
   Hier zien we Bregt Groenendijk, nieuw lid van de SOK zich bezighouden met opruimen van 
  de ingang
van de Gewandgroeve Boven.

                                                                                                                                                                                               
        Hier zien we een helft van het bestuur van de stichting druk bezig met snoeiwerkzaamheden 
   om de groeve heen.

                                                                                                                                                                                             
 Wil en Carla Ramakers zorgden uiteraard weer voor een goede lunch, voor we verder gingen 
met de
Gewand Beneden.

 

   Wim Kneepkens en Rian Pulles aan de slag bij de ingang van Gewand Beneden.

                                                           
                 Naar de Gewand Beneden moest een pad worden gemaaid
.
Hier doet een bosmaaier wonderen.

                                                                                                                                                                                                              
        Bij de Gewand Beneden, moest een kleine aanpassing aan het hek worden 
       gemaakt. Onze Technsche Dienst heeft dat prima opgelost.

 

                                                                                                                                                                                                                                              
En hier zien we de andere helft van het bestuur van de stichting, druk bezig met coördineren.

                                                                                En hier een foto van de crew die deze werkdag tot een goed einde bracht!

Prehistorische Vuursteenmijnen Rijckholt

 


De vuursteenmijnen van Rijckholt zijn een complex van mijnen in Rijckholt (Nederlands Limburg), waar in het Neolithicum vuursteen werd gewonnen. Dit gebeurde tussen 3950 v.Chr. en 2650 v.Chr. De vuursteen werd gebruikt om wapens en gebruiksvoorwerpen van te maken. De vuursteenmijnen zijn de oudste bekende vorm van mijnbouw in Nederland. De vuursteenmijnen liggen in het Savelsbos aan de rand van het Plateau van Margraten.

De vuursteenmijnen gelden als archeologisch wereldmonument en kunnen bezocht worden. Klik op deze link om de site van de vuursteenmijnen te bezoeken.

                                                                 

Deze gedragscode is opgesteld door een werkgroep waarin de volgende organisaties vertegenwoordigd waren:



  • Vereniging voor Zoogdieronderzoek en Zoogdierbescherming (ZVV)
  • Stichting Ir. D.C. van Schaik
  • Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven
  • Natuurhistorische Genootschap in Limburg

Vleermuis in groeve
foto: Ger Wishaupt, Gronoma


GEDRAGSCODE VOOR BEHEER, ONDERZOEK EN RECREATIE IN ONDERAARDSE KALKSTEENGROEVEN IN RELATIE TOT VLEERMUISBESCHERMING EN VLEERMUISONDERZOEK

Het doel van deze gedragscode is afstemming te krijgen van activiteiten van de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven (SOK) en de Ir. D.C. van Schaïk stichting in mergelgroeven, om onnodige en schadelijke verstoring van vleermuizen en hun habitat te voorkomen. De gedragscode is in eerste instantie opgesteld voor die objecten die in beheer zijn bij de stichting Ir. D.C. van Schaïk. Voor andere typen gebruikers en eigenaren kan de voorliggende gedragscode als voorbeeld dienen. Voor de gedragscode wordt onderscheid gemaakt in drie perioden in het jaar afhankelijk van de jaarcyclus van vleermuizen. Objecten worden ingedeeld op basis van hun belang als winterkwartier voor vleermuizen.

Voor de bescherming van vleermuizen zijn door het jaar drie periodes van belang:


Voorjaar en zomer (1 april tot 1 augustus)


In deze periode is het gebruik van de groeven vrij en gelden nagenoeg geen beperkingen wat betreft vleermuizen en hun habitat. De gebruiker van de groeve is vrij in het organiseren van de volgende activiteiten voor zover de SOK/Ir. D.C. van Schaïk doelstellingen dit toelaten: onderzoek, recreatief berglopen, educatieve excursies, beheermaatregelen, onderhoud, PR, et cetera. Verslechtering van de habitat mag echter in deze periode niet gebeuren. Hieronder wordt verstaan:

  • Vuur stoken.
  • Ingangen en doorgangen hermetisch dichtmaken.
  • Luchtcirculatie verstoren en andere verslechteringen van het groevenklimaat aanbrengen.
  • Water-, lucht- of omgevingsvervuiling aanbrengen.

Vooral in de voorjaar aan het einde van de winterslaapperiode (1 april-15 mei) kunnen nog vleermuizen, zoals ingekorven vleermuizen, in winterslaap zijn in de groeve. Werkzaamheden in deze periode dienen vooraf besproken te worden met een vleermuisadviseur. Deze locaties dienen bij werkzaamheden ontzien te worden. Indien dit niet mogelijk is kan in het uiterste geval, wanneer de dood van de vleermuizen in het geding is, overwogen worden de vleermuizen onder begeleiding van een vleermuisdeskundige op een verantwoorde manier te verplaatsen.

Najaar (1 augustus tot 1 oktober)


Voor deze periode gelden dezelfde afspraken als de periode "voorjaar en zomer" met één beperking. Deze beperking wordt veroorzaakt doordat de vleermuizen in deze periode op zoek zijn naar een locatie voor de winterslaap en paring.

Kleinschalige activiteiten zoals onderzoek, berglopen, excursies, et cetera zijn in deze periode niet belastend en kunnen zonder problemen doorgang vinden.

Ingrijpende activiteiten zoals graafwerkzaamheden, ingang en/of poorten veranderen, plafond- of pilaarwerkzaamheden worden vermeden. Deze kunnen verstorend voor de vleermuizen werken en dienen in de periode "voorjaar en zomer" uitgevoerd te worden.

Er wordt onderscheid gemaakt in twee categorieën groeven die verschillen in de lengte van de periode waarvoor de beperking geldt (zie bijlage):

  • 1. 1 augustus tot 1 oktober: groeven van categorie 1 en 2 waar relatief veel vleermuizen overwinteren, zeldzame of bedreigde vleermuissoorten of waarvan niet bekend is hoe de vleermuisstand is
  • 2. 1 september tot 1 oktober: groeven van categorie 3 waar relatief weinig vleermuizen of geen zeldzame of bedreigde soorten overwinteren.

Winter (1 oktober tot 1 april)


In deze periode zijn de vleermuizen in winterslaap. Om de vleermuizen en hun habitat zo weinig mogelijk te storen dienen bezoeken, onderzoeken, werkzaamheden en andere activiteiten zoveel mogelijk in het voorjaar, de zomer of het najaar plaats te laten vinden. De activiteiten die toch in deze periode plaats vinden, dienen te voldoen aan de volgende regels:

  • Bezoekers dienen bij voorkeur "koude" verlichting te dragen. Elektrische lampen vallen daaronder.
  • Petroleumvergassers, Camping-gaz, Carbid, et cetera kunnen tot een maximum van 1 per groep meegenomen worden.
  • De groepsgrootte is maximaal 6 personen. Grotere groepen alleen in overleg met de beheerder. Het is mogelijk om met meerdere groepen in een groeve te zijn, afhankelijk van de grootte van de groeve.
  • Plaatsen waar vleermuizen hangen worden zoveel mogelijk ontzien. Vooral de ingangspartijen zijn bijzonder gevoelig voor verstoring en dienen ontzien te worden.
  • Bij risicovolle activiteiten zoals grootschalige PR-activiteiten dient vooraf overleg gepleegd te worden met een vleermuisadviseur van VZZ of NHGL/ZWG.
  • Er geldt een algeheel rookverbod in de groeves.

Behalve de hierboven beschreven regels, gelden voor de winter-activiteiten de volgende afspraken:

  • Onderzoek
    • Onderzoeken dienen vooraf besproken te zijn met een adviseur vleermuizen.
    • Voor het onderzoek dient vooraf ontheffing te zijn verkregen van LNV in het kader van de Flora en Fauna wet.
    • Voorbeelden: vleermuistellingen, klimaatonderzoek, etc.
  • Recreatief berglopen (hier valt ook PR onder). Onderscheid wordt gemaakt in 3 categorieën (zie bijlage 1).
    • Categorie 1, de extra gevoelige groeve: Maximaal 1 bezoek gemiddeld per maand.
    • Categorie 2, overige groeven: Maximaal 1 bezoek per gemiddeld twee weken.
    • Categorie 3 groeve: Maximaal 1 bezoek per gemiddeld twee weken.
  • Beheer
    • Beheerder controleert de groeve eens per twee weken met een vluchtig bezoek.
    • Beheerder heeft altijd toegang tot de groeve voor beheerwerkzaamheden.
    • Voorbeelden: Noodreparatie aan poort, vervangen slot na inbraak. Controle van de groeve na inbraak, et cetera.
  • Onderhoud:
    • Deze werkzaamheden dienen in het voorjaar, de zomer of in het najaar plaats te vinden. Hier vallen ook werkzaamheden onder aan de buitenzijde van de ingang van een groeve die klimaat wijzigingen tot gevolg kunnen hebben in het object, zoals het opengraven van ingangspartijen.

Groeven die extra gevoelig zijn voor verstoring van vleermuizen zullen speciaal ontzien worden Hierbij valt te denken aan:

  • Groeven met lage gangen
  • Groeven met een gunstig overwinteringsklimaat
  • Groeven waar relatief veel vleermuizen overwinteren of vleermuizen geclusterd hangen en/of vleermuizen van een zeldzame of bedreigde soort overwinteren

Aangezien nog niet zoveel bekend is over de effecten van de hierboven vermelde activiteiten op overwinterende vleermuizen, zullen de partijen zich sterk maken om onderzoek hiernaar uit te voeren. De gedragscode kan in de toekomst afhankelijk van nieuwe inzichten met betrekking tot factoren die het gedrag van overwinterende vleermuizen beïnvloeden aangepast worden.

De beheerders van de van Schaïkstichting documenteren alle bezoeken aan de groeven. Dit is noodzakelijk in verband met de beheerwerkzaamheden van de stichting.

Voor overleg en advies over vleermuizen in relatie tot groevenactiviteiten wordt een vleermuisadviseur aangesteld bij de VZZ en/of NHGL. Deze treedt op als contactpersoon voor de groevenbeheerders en overlegt met de telgroepleiders van de vleermuistellingen.

Gebruikte afkortingen:

Vleermuistellingen


De Van Schaïkstichting geeft in principe toestemming voor vleermuistellingen in haar groeven:

  • De tellingcoördinator brengt vóór de tellingen het bestuur van de stichting op de hoogte van het telschema. Ook wordt dan aangegeven welke bijzondere vleermuisonderzoeken lopen.
  • Het bestuur geeft de tellingcoördinator akkoord voor de tellingen en bijbehorende onderzoeken. Hierbij wordt de lijst van groeven en beheerders met adres en telefoonnummer gegeven.
  • De tellingcoördinator neemt contact op met de beheerders en maakt met de beheerders afspraken over de tellingen en de bijzondere onderzoeken.
  • De tellingcoördinator volgt de aanwijzingen van de beheerder. Sommige groeven zijn uit oogpunt van veiligheid gesloten en kunnen daarom niet geteld worden. Andere groeven (of delen daarvan) zijn dermate instabiel, dat een bezoek alleen samen met een beheerder plaats kan vinden.
  • De tellingcoördinator zorgt dat de resultaten van de tellingen in de vorm van kaarten met vleermuislocaties en codering vóór 15 april bij het bestuur van de stichting worden ingediend.
  • De stichting heeft het recht om de telgegevens voor haar publicaties en haar beleidswerkzaamheden te gebruiken met verwijzing naar de eigenaar van de telgegevens. De telgegevens blijven het eigendom van de telleiders.

Groevenlijst

De onderstaande indeling in de categorieën 1 2 en 3, respectievelijk gevoelige (relatief) vleermuisrijke, vleermuisrijke en (relatief) vleermuisarme groeven is vooralsnog alleen toegepast op groeven die zijn geselecteerd in het SOS-project om herstelmaatregelen uit te voeren. Dit is ongeveer 30% van alle mergelgroeven. De groeven in beheer bij de van Schaïk stichting zijn onderstreept en vetgedrukt. Een groot aantal groeven is nog niet ingedeeld (zie categorie nog uit te zoeken objecten), hetgeen in een later stadium zal plaatsvinden.

De beoordeling op vleermuiswaarden heeft plaatsgevonden op basis van de volgende criteria:

  • 0) geen gegevens bekend
  • 1) 1-10 vleermuizen overwinterend
  • 2) meer dan 1 soort overwinterend
  • 3) 11-50 vleermuizen overwinterend
  • 4) > 50 vleermuizen overwinterend
  • 5) 1 of meer van de navolgende soorten van de Rode lijst en Habitatrichtlijn overwinterend: Grote hoefijzerneus, Kleine hoefijzerneus, Ingekorven vleermuis, Bechstein's vleermuis, Vale vleermuis, Meervleermuis, Brandt's vleermuis, Franjestaart, Mopsvleermuis en Grijze grootoorvleermuis).

Er is zoveel mogelijk uitgegaan van gegevens van recente wintertellingen vleermuizen, voorzover voorhanden, van de afgelopen 10 jaar. Indien deze niet voorhanden waren zijn oude telgegevens gebruikt vanaf 1980.

Voor ieder criterium krijgt een object 1 punt, waarbij een object waar vleermuizen zijn aangetroffen altijd scoort op criterium 1, indien het aantal vleermuizen groter is dan 11 ook altijd scoort op criterium 3 en indien het aantal vleermuizen groter is dan 50 ook altijd scoort op criterium 4. De maximaal score voor een object is 5 punten, aangezien een object waarvan geen gegevens bekend zijn een score 0 krijgt.

Enkele voorbeelden: een object waar eenmaal een Bechstein's vleermuis overwinterend is aangetroffen, krijgt 2 punten (scoort op criterium 1 en 5). Een object waar 100 vleermuizen overwinteren, verdeeld over drie soorten, waaronder de Ingekorven vleermuis krijgt 5 punten (scoort op criterium 1, 2, 3, 4 en 5). Een object met 45 overwinterende vleermuizen, verdeeld over drie soorten, waaronder de Ingekorven vleermuis, krijgt 4 punten (scoort op criterium 1, 2, 3 en 5). Een object waar 75 watervleermuizen overwinteren krijgt 3 punten (scoort op criterium 1, 3 en 4).

Objecten met een score 3,4 of 5 worden ingedeeld in categorie 1 of 2, (relatief) vleermuisrijke objecten. Objecten met score 0, 1 of 2 worden ingedeeld in categorie 3 (relatief) vleermuisarme objecten. Mergelgroeven (ingangen) waarvan niet bekend is of er vleermuizen overwinteren, aangezien ze nooit zijn gecontroleerd, maar waarvoor dit wel waarschijnlijk is, zijn ingedeeld bij de categorie 3 objecten.

De onderverdeling in categorie 1 en 2 groeven heeft als basis de gevoeligheid voor bezoek. Voor werkzaamheden gelden de strenge regels, voor bezoeken worden ze opgesplitst in de extra gevoelige groeven (Categorie 1) en de normale of overige groeven (Categorie 2). In de minder gevoelige groeven (Categorie 2) gelden dan voor de activiteiten recreatief/berglopen, onderzoek en PR minder 'zware criteria' dan voor het beheer- en onderhoudswerk.

Dit leidt dan tot de volgende indeling:

Categorieen

Beschrijving

Score

Categorie 1 en 2

vleermuisrijke objecten

3 t/m 5

Categorie 3

vleermuisarme objecten

0 t/m 2

Categorie nog uit te zoeken

 

alle overige objecten

De methode die nu gebruikt is, is een eenvoudige aanpak om te komen tot een indeling in objecten op basis van vleermuiswaarden. Deze zou eventueel nog verder uitgewerkt kunnen worden waarbij bijvoorbeeld ook rekening gehouden wordt met het aantal jaren dat vleermuizen er hebben overwinterd. Zo zou met gemiddelden gewerkt kunnen worden over vaste perioden. Bijvoorbeeld: het gemiddeld aantal vleermuizen per jaar aangetroffen in de periode 1986-2003, een tweede soort telt pas mee als deze in 10 jaar tijd in minimaal 3 jaar overwinterend is aangetroffen. Ook kunnen soorten nog apart scoren, et cetera. Dit vereist nader onderzoek.

De groeven van de Stichting Ir. D.C. van Schaïk zijn als volgt ingedeeld:

  • Categorie 1
    • Apostelgroeve
    • Fallenberg
    • Gewandgroeve
    • Heiberggroeve
    • Groeve de Keel
    • Vuursteenmijnen Rijckholt
    • Roothergroeve
    • Scheuldergroeve
    • Theunisgroeve
  • Categorie 2
    • Keldertjes Slavante
  • Categorie 3
    • -